Het wetsvoorstel van 4 september 2024 voorziet in de uitbreiding van euthanasie tot personen "die niet meer in staat zijn hun wil te uiten". In het advies dat volgt waarschuwt het Europees Instituut voor Bio-ethiek de parlementsleden dat dergelijke uitbreiding vanuit ethisch oogpunt grote risico's inhoudt.Het bepalen van de wil van de patiënt is hoofdzaak. Men drukt immers zijn stervenswens uit op een moment van vrees voor een groot lijden of het verlies van controle over de levenssituatie: hoe kunnen we er zeker van zijn dat de eerder uitgedrukte stervenswens, onveranderd is gebleven op de dag dat de patiënt hem door ziekte niet meer geldig uit kan drukken?
Het risico is niet denkbeeldig dat men de actuele stervenswens van de patiënt uit het oog verliest, als hypothetisch of overbodig beschouwt, wanneer men euthanasie toepast bij nog bewuste patiënten (en dit is een hypothese die het wetsvoorstel niet uitsluit) zonder hun instemming te vragen, zelfs tegen hun wil of eenvoudigweg zonder hen ervan op de hoogte te brengen.
Het advies bespreekt ook de sociale gevolgen van de voorgestelde uitbreiding. We bekijken of de mogelijkheid bij voorafgaande verklaring euthanasie te vragen in de gevallen geen negatieve impact zal hebben op de personen en situaties die het wetsontwerp bespreekt. De uitbreiding tot personen die voorheen een stervenswens uitdrukten, maar op het gegeven moment niet meer in staat blijken hem te bevestigen, zal allicht op een groot aantal mensen druk (van verschillende aard, ook impliciete) leggen, niet alleen op het moment dat ze hun euthanasieverklaring opstellen, maar ook als hun wens uiteindelijk voorligt. We bespreken een aantal onduidelijkheden in de tekst, zoals bijvoorbeeld de gevallen waarin de patiënt zijn wil niet meer uit kan drukken en het gevaar dat de gevallen van geïnduceerde en geprogrammeerde dood zonder de actieve medewerking van de patiënt, onevenredig toe kunnen nemen. De uitbreiding van euthanasie tot mensen die door ziekte hun stervenswens niet (meer) geldig kunnen bevestigen, staat in schril contrast met de medische vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt en een passende begeleiding biedt zodat patiënten waardig en zonder lijden kunnen sterven.