Zwangerschapsafbreking in België: er blijven nog veel vragen na de hoorzitting van de interuniversitaire commissie

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Abortus Nieuws Temps de lecture : 4 min.

 Afdrukken

Tijdens een hoorzitting in het Federale parlement op dinsdag 18 april 2023 hebben 9 universiteitsprofessoren die zich het 'Inter­universitair, multidisciplinair en onafhankelijk comité' noemen (hierna: het (wetenschappelijk) Comité) de besluiten en aanbevelingen van hun studie toegelicht waarin ze de wet Zwangerschapsafbreking en -praktijk evalueren. Ze deden dit in opdracht van de Belgische regering. De verkozenen gingen daarover in debat en namen vooral de wettelijke termijnverlenging voor zwangerschapsafbreking van 12 naar 18 weken op de korrel. Hoewel de professoren pleiten voor een verankering van de zwangerschapsafbreking in de zorgwet, ziet het er naar uit dat een akkoord over die termijnverlenging niet binnen handbereik ligt, al was het maar om­dat weinig gynaecologen bereid zijn die ingreep op dat late tijdstip nog uit te voeren en men zich kan afvragen of bij zwangerschapsafbreking überhaupt een afweging gebeurt tussen 'het recht op leven' van de foetus en 'het zelfbeschikkingsrecht' van de vrouw.

a. hoe ongewenste zwangerschappen voorkomen?

De parlementsleden zijn er nog steeds niet uit of een termijnverlenging bij zal dragen tot een betere opvang van vrouwen die hun zwangerschap wensen af te breken. Een van de argumenten die volgens de professoren van het Comité pleiten voor de termijnverlenging is het bestaan van een politieke consensus over deze kwestie. Verschillende parlementsleden vinden de aanname van een wetenschappelijke aanbeve­ling die verwijst naar een politieke consensus paradoxaal. Anderen hebben vra­gen bij het nog steeds ontbreken van concrete aanwijzingen voor de redenen die vrouwen ertoe aanzetten naar Nederland te trekken voor afbreking van hun zwangerschap en betreuren dat steeds minder centra (op het meldingsformulier bestemd voor de Evaluatiecommissie) niet langer de redenen opgeven die vrouwen tot de fatale ingreep aanzetten. Alhoewel de wetswijziging van 15 oktober 2018 die vermelding facultatief maakte, meent het Comité dat het toezicht van de Evaluatiecommissie kan verbeteren als ze bij de centra zou aan­dringen die informatie door te geven. Toch brengt dit gebrek aan informatie het Comité niet af van zijn idee dat een verlenging van de termijn naar 18 of zelfs 20 weken na de conceptie (dus 20 à 22 weken ‘amenorroe’) bij kan dragen tot de vermindering van het uitwijkgedrag bij vrouwen via de zogenaamde ‘Nederlands route’ en van het aantal ongewenste zwangerschappen. Het lijkt nogal evident dat de tijdslimiet steeds weer onder druk komt als men afbre­king blijft voorstellen als hét middel tot voorkoming van ongewenste zwangerschappen, eerder dan te werken op preventie. Desondanks blijven de professoren een ruimere toegang tot de voorbehoedsmiddelen aanbevelen en pleiten ze voor langere termijnen bij zwangerschapsafbreking, terwijl ongeveer de helft van alle afbrekingen te wijten is aan een falende contraceptie. 

Volgens de Professoren liggen deze twee opties voor: de termijn zoals voorgesteld verlengen of psycho­sociale redenen inbouwen als wettelijke voorwaarde bij het verzoek tot zwangerschapsafbreking. Ze voegen er wel aan toe dat het omschrijven van die psychosociale redenen heel wat moeilijker zal liggen dan eenvoudigweg de termijn te verlengen.

b. de voorlichting bij zwangerschapsafbreking is nog steeds onvoldoende

Voor een vrije en weloverwogen beslissing is betere informatie nodig over de verschillende methoden bij zwangerschapsafbreking en hun bijwerkingen. Verschillende parlementsleden merkten op dat deze methoden nog steeds niet goed bekend zijn bij vrouwen. Door medicatie een zwangerschapsafbreking opwekken is theoretisch mogelijk tot 9 weken amenorroe. Door het effect van de medicatie zal de baarmoederhals verbreden (ook dilatatie genoemd) en zal een miskraam worden opgewekt. Maar als het embryo niet goed wordt uitgedreven, is een curettage nodig (in vaktaal: D&C). Tussen de 8 en de 12 weken, wordt vaak de chirurgische zuigcurettage toegepast: het embryo of de foetus wordt weg­gezogen met een buisje (canule) van een vacuümpomp, nadat de foetus en placenta in de baarmoeder in stukken zijn getrokken. Soms wordt een zogenaamde minigeboorte uitgevoerd. De par­lementsleden merkten op dat het Comitéverslag niet uitdrukkelijk vermeldt vanaf welke zwangerschapsduur de laatste twee abortusmethoden aangewezen zijn, hoewel velen onder hen het erover eens zijn dat de psychologische en fysieke gevolgen aanzienlijk groter zijn. Nochtans moeten -steeds in de logica van het Comité- vrouwen hun keuze goed overwegen en dus de gevol­gen van deze technieken voor henzelf en hun baby kennen en begrijpen.

c. de verplichte bedenktijd is onnodig en stigmatiserend

De leden van het Comité bevelen de afschaffing aan de wettelijk verplichte bedenktijd van 6 dagen. Net als de informatie over alternatieven voor abortus, beschouwt het Comité een bedenktijd als een vorm van infantilisering die de beslissing van de vrouw in vraag stelt in plaats van haar zelfbeslissingsrecht te beklemtonen. Een verplichte bedenktijd zou ingrijpen in het beslissingsproces en tot uitstel van de ingreep leiden en ze dus bemoeilijken, zo stelt het Comité. Het wil deze periode facultatief maken zodat dieper in kan worden gegaan op de persoonlijke situatie van de vrouw en de beslissingsfase waarin ze zich bevindt. Alhoewel de ingreep anders verloopt naargelang het stadium van de zwangerschap en ingewikkelder wordt naarmate de foetus groeit, stellen de Professoren toch voor de termijn te verlengen naar 18 of zelfs 20 weken.

d. of de foetus pijn lijdt is volgens het Comité niet doorslaggevend

Hoewel het Comité zegt de gevolgen van een afbreking gedurende de verschillende stadia van de zwangerschap te hebben onderzocht, wijzen verschillende parlementsleden erop dat het verslag nauwelijks rapporteert over het wetenschappelijk onderzoek naar pijn bij de foetus. Deze kwestie verdeelt nog steeds de deskundigen. Sommigen zijn van mening dat de foetus in het stadium van de nociceptie bij 15 weken - het stadium dat overeenkomt met de ontwikkeling van de perifere zenuwreflex – nog geen pijnperceptie kan hebben. Anderen vermoeden dat in dit stadium de foetus een niet-bewuste pijnperceptie heeft. Daarom stellen ze voor uit voorzorg de ingreep onder narcose te doen. Hierover ondervraagd, verklaarden de Comitéleden zich te scharen achter het principe van de pijnperceptie vanaf 22 weken. Deze en andere kwesties, zoals de steeds vroegere levensvatbaarheid van de foetus, brachten het Comité niet tot een grotere terughoudendheid in zijn aanbevelingen. Meer nog: het acht deze kwesties ethisch niet relevant bij het vinden van een evenwicht tussen de zelfbeslissing van de vrouw en de zorg voor haar foetus, omdat, in de ogen van de deskundigen, de beoordeling van de impact op de foetus verschillend is naargelang de zwangerschap gewenst is of niet.

e. is abortus een medische handeling zoals een ander?

De wet Zwangerschapsafbreking van 2018 voorziet in algemene sancties bij niet-naleving van de voorwaarden. De Professoren stellen specifieke en gedifferentieerde strafrechtelijke sancties voor afhankelijk van de aard van de overtreding en niet langer de vrouw te sanctioneren, maar alleen de artsen. Hoewel sommige parlementsleden de ingreep volledig uit het strafwetboek willen halen (met uitzondering van gedwongen zwangerschapsafbreking), acht het Comité het beter bepaalde sancties toch in het wetboek te houden. Daarnaast stellen de Professoren echter voor medische zwangerschapsafbrekingen (MZA) bij vrouwen met ernstige psychische aandoeningen toe te laten, zelfs tot aan de geboorte, terwijl bekend is dat 45% van de vrouwen bij late afbreking posttraumatische stress ervaren. Verder beveelt het Comité aan geen lijst op te stellen van foetale aandoeningen die tot een abortus kunnen leiden. Een dergelijke lijst zou leiden tot de ‘stigmatisering’ van wie deze aandoeningen heeft. Dan is een ‘eugenetische staatsdwang’ niet meer denkbeeldig.