Prof. em. dr. Bernard Spitz is arts en emeritus hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven alwaar hij verloskunde en de medische plichtenleer doceerde. Dr. Spitz is de (co-)auteur van ‘Als je een prille zwangerschap verliest’ (2010) en ‘Mama worden’ (2021). Als arts en docent zet(te) dr. Spitz zich in voor een toegankelijke en menselijke geneeskunde.
Abortus arte provocatus, het intentioneel beëindigen van een zwangerschap, is een onderwerp dat al lang verhitte debatten oproept binnen de samenleving en de wetgevende macht. Het balanceert op de dunne lijn tussen het recht op zelfbeschikking en de bescherming van het leven van een ongeboren kind. In deze bijdrage willen we de complexiteit van abortus onderzoeken, maar dan meer als principe; op metaniveau, wat los van de concrete klinische praktijk. Dit heeft als voordeel dat het geen onrecht doet aan individuele, soms schrijnende gevallen. Vanuit een breder historisch en toekomstig perspectief willen we de abortusproblematiek situeren binnen het brede spanningsveld tussen grondrecht en misdrijf tegen de menselijkheid. Dit met de bedoeling om zo breed mogelijke inzichten op het spoor te komen die kunnen bijdragen aan een maatschappelijke depolarisatie van deze problematiek.
De ethiek van abortus
Een van de kernpunten van het debat over abortus is de vraag naar de ethische rechtvaardiging ervan. Voorstanders van abortus betogen vaak dat het recht op zelfbeschikking van vrouwen primeert, waarbij zij het recht hebben om te beslissen over hun eigen lichaam en toekomst. Dit perspectief stelt dat een vrouw het recht heeft om een zwangerschap te beëindigen als zij dat nodig acht, om welke reden dan ook.
Tegenstanders van abortus daarentegen benadrukken de intrinsieke waarde van het menselijk leven, zelfs in zijn vroegste stadia. Zij beschouwen het ongeboren kind als een individu met inherente rechten, waaronder het recht op leven. Vanuit dit perspectief is abortus gelijk aan het beëindigen van een mensenleven en daarom onaanvaardbaar. Voor de veelal psycho-socio-economische redenen die aan de oorsprong liggen van de abortusvraag, zien ze meer humane alternatieven.
Abortus als grondrecht
In veel landen wordt abortus gereguleerd door wetten die het recht van vrouwen om een zwangerschap af te breken, beperken of beschermen. Deze wetgeving varieert sterk, van bijna totale legalisatie tot een volledig verbod, en kan gebaseerd zijn op verschillende criteria zoals de duur van de zwangerschap, de reden voor de abortus, de gezondheid van de vrouw, verscheidene vormen van noodtoestand etc.
Het recht op abortus wordt vaak gekoppeld aan bredere concepten van mensenrechten en grondrechten.
Universele mensenrechten, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, vertegenwoordigen basisnormen die gelden voor alle mensen, ongeacht hun nationaliteit, afkomst, geslacht, religie, of enige andere status. Deze rechten omvatten zaken als het recht op leven, het recht op gezondheid, vrijheid, gelijkheid, en waardigheid. Het vinden van een evenwicht tussen deze rechten is een uitdaging voor wetgevers en rechtbanken over de hele wereld.
Geïnspireerd door grondrechten heeft lokale wetgeving ongetwijfeld een complexe, maar mogelijk diepgaande invloed op het ethisch aanvoelen. Wanneer een wet, of nog meer symbolisch een grondwet, een bepaald gedrag legaliseert of criminaliseert, kan dit het gedrag als sociaal aanvaardbaar of onaanvaardbaar markeren. Bijvoorbeeld, als abortus legaal is, wordt dit door de samenleving in zijn geheel gezien als ethisch aanvaardbaar, terwijl individuen het nog steeds als immoreel kunnen beschouwen.
Wetten kunnen ook sociale normen helpen vormen door bepaalde gedragingen te reguleren. Als een wet discriminatie verbiedt, kan dit helpen om een sociale norm en ethisch aanvoelen van gelijkheid en respect te bevorderen.
Wetten kunnen verder helpen om het bewustzijn van mensen op individueel en maatschappelijk vlak aan te scherpen. Zo kunnen wetten die het gebruik van alcohol en tabak reguleren, bijdragen aan bewustwording van de gezondheidsrisico’s van deze stoffen. Wetten die binnen een gezondheidscontext de geïnformeerde toestemming regelen, kunnen een volwassen keuzeproces faciliteren.
Wetten kunnen kortom bijdragen aan veranderingen in maatschappelijke opvattingen en ethische normen, maar zijn tegelijkertijd ook belangrijk als een barometer van de ethische cultuur. Finaal kunnen de universele mensenrechten zowel pro als contra zwangerschapsafbreking worden gebruik. Zo is het expliciete doel en de basis van evaluatie van de Nederlandse wet op de afbreking van een zwangerschap (1984): “Het ongeboren menselijk leven te beschermen en tegelijkertijd hulp te bieden aan de vrouw die onbedoeld zwanger is”. Niemand betwist dat het een goede zaak is abortus uit de illegaliteit te lichten, maar zelfs Simonne Veil, de moeder van de Franse abortuswet uit 1975, hoopte dat abortus uiteindelijk onnodig zou worden.
Abortus als misdrijf tegen de menselijkheid
Volgens het internationaal recht zijn misdrijven tegen de menselijkheid ernstige, systematische en grootschalige schendingen van fundamentele menselijke waarden van bevolkingsgroepen of bevolkingsonderdelen, en worden ze beschouwd als misdaden die de gehele mensheid in haar ziel treffen. Het was de Holocaust die met 6 miljoen slachtoffers, Joden maar ook Roma, mensen met een handicap, homoseksuelen…, tot dit concept leidde. Ook de genocides in Armenië (1915-1923) met 1.5 miljoen slachtoffers, in Rwanda (1994) met 800 duizend slachtoffers, in Cambodja (1975-1979) met 1.5 tot 2 miljoen slachtoffers, in Bosnië (1992-1995) met 100 duizend slachtoffers en de zuiveringen onder Stalin in de periode 1936-1938 met miljoenen slachtoffers, vallen volgens het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafrecht onder deze noemer.
Naast genocides kunnen brutaal imperialisme en kolonialisme met uitroeiing, verplaatsingen en vernietigingen van culturen, slavernij en racisme tot dezelfde World’s Wrongs worden gerekend. Het is verhelderend, maar ook onthutsend, vast te stellen dat door de machthebbers aan bepaalde bevolkingsgroepen een juridische en morele status ontzegd werd. Slaven, inheemse volkeren, vrouwen, LGTBQ+-individuen… etc. werden in wisselende mate systematisch gedehumaniseerd als verantwoording van hun uitbuiting, discriminatie, marginalisatie en uitroeiing.
Vanuit dit perspectief stelt zich de vraag of abortus kan worden beschouwd als een misdrijf tegen de menselijkheid. Dit omdat het doelbewust beëindigen van een menselijk leven, naar analogie met bovengenoemde voorbeelden, een ernstige schending is van het recht op leven en de menselijke waardigheid. Zeker wanneer dit gebeurt zonder legitieme rechtvaardiging, behalve de ontzegging van zijn moreel en juridisch statuut.
Vergelijking met andere misdrijven
De Holocaust wordt algemeen erkend als een van de donkerste hoofdstukken in de menselijke geschiedenis. Tot vandaag stelt zich de vraag hoe een misdaad van die omvang mogelijk was, en of en hoe deze zich in de toekomst kan herhalen.
De politieke en economische omstandigheden na de Eerste Wereldoorlog, maar ook een uitgekiende propaganda tegen ‘Untermenschen’, een systematische indoctrinatie en demonisering worden als verklarende factoren aangehaald. Maar ook het institutionaliseren van racistische ideologieën in wetgeving, een onverschilligheid bij een groot deel van de bevolking, en het niet weten (of niet willen weten), droegen ertoe bij dat (te) velen ongevoelig werden voor het lijden van anderen. Ter voorkoming van recidieven, zeker wanneer nazistisch gedachtengoed heropflakkert, vindt men het belangrijk dat de herinnering aan dit menselijk drama levendig wordt gehouden. Dit omvat educatieve programma’s en bezoeken aan locaties zoals de Dossinkazerne, Auschwitz, Birkenau, of het Holocaust Memorial Yad Vashem in Jeruzalem.
De vergelijking van abortus arte provocatus met misdrijven tegen de menselijkheid kan overdreven of onterecht lijken. Maar abortus arte provocatus is vandaag, met jaarlijks ongeveer 70 miljoen slachtoffers, de belangrijkste oorzaak van verlies van menselijk leven. Mondiaal betekent dit, los van de gruwel van de individuele afbrekingsprocedure, een haast ondraaglijke berg leed. Toch verdeelt deze ongemakkelijke realiteit samenlevingen in hun media, reflecties, politiek en wetgeving. Aan de basis hiervan ligt vooral een gebrek aan consensus over de waarde en de rechten van menselijk leven, de onmacht om aan het leven voor de geboorte enig statuut toe te kennen. We lijken nog niet in staat om met een zelfs minimaal foetaal statuut consequent te leven.
Het is niet uitgesloten, en zelfs waarschijnlijk, dat naar analogie met slaven, niet-blanken, vrouwen… etc. de maatschappelijke attitude versus foetale rechten door wetenschappelijke inzichten, wijzigingen in culturele normen, en wettelijke kaders zal evolueren. Maar de snelheid hiervan is moeilijk te voorspellen. Vandaag mogen we ons al gelukkig prijzen dat bij (vermoedelijk) niemand meer het idee opkomt een recht op slavernij, racisme of doodstraf in een grondwet te verankeren.
Lessen uit de geschiedenis
Historische schandvlekken werden mogelijk gemaakt door het systematisch demoniseren en dehumaniseren van bepaalde bevolkingsgroepen, van bepaalde categorieën van mensen. Het is belangrijk om te voorkomen dat een vergelijkbare retoriek en tactiek worden gebruikt in het debat over abortus. Het is onze plicht kritisch te blijven tegenover media, politiek en wetgeving omtrent hun rol in zowel het banaliseren van een gruwelijke, mensonterende praktijk, als voor hun blindheid jegens het historisch perspectief.
Een cruciale manier om misdrijven “in wording” tegen de menselijkheid te voorkomen, is door educatie en bewustwording. Best gebeurt deze voor, en buiten, een concrete klinische context, die, naast minimaal een geïnformeerde toestemming, vooral een humane zorg-attitude vergt. Door mensen tijdig en objectief bewust te maken van de grootheid van de problematiek, van de oorzaken en de gevolgen, kunnen we hen helpen het onrecht te herkennen en voor alternatieve oplossingen te ijveren.
Het blijven bevorderen van luisterbereidheid en een open dialoog tussen verschillende visies kan vooroordelen bestrijden en helpen bij het vinden van constructieve oplossingen voor complexe ethische kwesties zoals abortus. Hierbij is ook de confrontatie met de geschiedenis belangrijk, willen we naar een duurzame, meer inclusieve en rechtvaardige samenleving groeien.
Minstens vanuit een christelijke filosofie blijft de prioriteit hierbij het opkomen voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving, de stemlozen, de vergetenen, de onzichtbaren, de weerlozen, de niet meteen aaibaren. Dit omvat niet alleen het voorkomen van directe fysieke schade, maar ook het waarborgen van een warme toegang tot basisrechten, tot het ‘erbij horen’.
Conclusie
Abortus is een complex en ongemakkelijk onderwerp dat diepgaande ethische, juridische, sociale en ook historische kwesties oproept, maar onze maatschappij vooral een uitzonderlijke kans biedt tot grensverleggende creativiteit en humanisering. Het is ongetwijfeld één van de grootste ethische werven voor de volgende tijdsperiode, en één die men niet gaat oplossen door haar te negeren. Met een zwangerschap verliest men immers niet alleen een embryo of foetus, maar ook vruchtwater, een navelstreng, een placenta. Men verliest niet alleen leven in zijn zuiverste prilheid, maar ook geborgenheid, verbondenheid en vertrouwen. En zijn dat nu niet juist onze onmiddellijke, grootste uitdagingen?
Oorspronkelijk artikel gepubliceerd op Custodes.