Wat zijn de straffen voor illegale euthanasie? Het Grondwettelijk Hof zal morgen beslissen

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Einde van het leven / Euthanasie en geassisteerde zelfmoord Nieuws Temps de lecture : 3 min.

 Afdrukken

Moeten er specifieke, lichtere straffen komen voor het overtreden van bepaalde voorwaarden van de euthanasiewet? Aanstaande donderdag 20 oktober 2022 doet het Belgisch Grondwettelijk Hof een belangrijke uitspraak over de wettelijke omkadering bij euthanasie in ons land.

Deze uitspraak komt er op een moment dat de doeltreffendheid van het euthanasiekader in België in twijfel wordt getrokken: er was enerzijds de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Mortier, waarbij België werd veroordeeld wegens ontoereikende en niet-onafhankelijke controle van de euthanasiecommissie; anderzijds de dood door euthanasie van Shanti De Corte, 23 jaar oud, lijdend aan een chronische depressie en slachtoffer van de terroristische aanslagen in Brussel in 2016.

Nieuwe episode in de zaak Tine Nys

Het verwachte arrest komt nu in de zaak Tine Nys, een jonge vrouw die op 38-jarige leeftijd werd geëuthanaseerd omwille van een depressie.

De drie bij de euthanasie betrokken artsen werden vervolgd wegens vergiftiging, omdat zij niet voldeden aan verschillende voorwaarden, voorzien in de Belgische wet. Het Gentse assisenhof had de drie artsen in januari 2020 vrijgesproken, maar had wel gesteld dat er bij de arts die de euthanasie uitvoerde - dr. J. Van Hove - "redelijke twijfel" bestond of hij de voorwaarden en de procedure van de euthanasiewet had nageleefd (zie EIB Bulletin 6/2/2020).

Deze twijfel of aan de wettelijke voorwaarden was voldaan, leidde tot een nieuw burgerlijk proces voor de correctionele rechtbank van Dendermonde. Het ging erom vast te stellen of er een mogelijke fout was in hoofde van dr. Van Hove - ondanks zijn vrijspraak omwille van twijfel - die zou kunnen leiden tot zijn burgerlijke aansprakelijkheid en tot het toekennen van een schadevergoeding aan de familie van Tine Nys, de burgerlijke partij.

Is het ontbreken van een specifieke sanctie discriminerend?

Het probleem is dat de euthanasiewet geen enkele specifieke strafrechtelijke sanctie voorziet voor het niet-naleven van de inhoudelijke (toestand van de patiënt die om euthanasie verzoekt) en procedurele voorwaarden van de euthanasiewet. Elke overtreding van de euthanasiewet leidt er dus toe dat de bij de euthanasie betrokken arts mogelijk wordt vervolgd voor moord door vergiftiging. De Belgische justitie is daarom terughoudend om een arts die illegaal euthanasie uitvoerde, te veroordelen - of zelfs te vervolgen - wegens vergiftiging.

Deze rechtsonzekerheid bracht Dr. Van Hove ertoe om de rechtbank te vragen twee vragen te stellen aan het Grondwettelijk Hof, teneinde duidelijkheid te scheppen over de interpretatie van de "euthanasiewet" en of die wet in overeenstemming is met het legaliteitsbeginsel in het strafrecht, dat vereist dat men alleen kan worden veroordeeld op basis van een duidelijke en precieze strafrechtelijke tekst.

De eerste vraag die aan de grondwettelijke rechters werd voorgelegd, betrof de vraag of het ontbreken van een onderscheid in de "euthanasiewet" tussen formele en inhoudelijke voorwaarden inzake euthanasie - waarvan de niet-naleving beide kan leiden tot de beschuldiging van moord door vergiftiging – wel in overeenstemming is met het non-discriminatiebeginsel. Met andere woorden, is het normaal dat de strafrechtelijke sanctie voor het schenden van de procedurele voorwaarden even zwaar is als de sanctie voor het schenden van de inhoudelijke voorwaarden van euthanasie?

De tweede vraag had eveneens betrekking op het naleven van het non-discriminatiebeginsel. In dit geval ging het over een afweging tussen een arts die euthanasie pleegt zonder de wettelijke voorwaarden in acht te nemen, en een persoon die bewust het leven van een ander beëindigt door vergiftiging.

De burgerlijke partijen en de regering beroepen zich op de afwezigheid van discriminatie, in tegenstelling tot de verdediging

Tijdens de pleidooien op 13 oktober 2022 voor de rechters van het Grondwettelijk Hof benadrukte Johan Vande Lanotte, advocaat van dokter Van Hove, samen met meester Walter Van Steenberghe, dat de wet op euthanasie drie doelstellingen heeft: bescherming van artsen die een dergelijke handeling verrichten, bescherming van het zelfbeschikkingsrecht van patiënten,en de rechtszekerheid.

Volgens de verdediging kunnen deze doelstellingen niet worden bereikt door een mogelijk identieke sanctie bij schending van de inhoudelijke en van procedurele voorwaarden.

Meester Joris Van Cauter, advocaat van de burgerlijke partij - Sofie Nys, de zus van Tine Nys - herinnerde aan de talrijke schendingen van de wet die zich tijdens deze euthanasie hadden voorgedaan. Hij benadrukte ook het belang van de naleving van alle wettelijke voorwaarden voor euthanasie, met inbegrip van de procedurele voorwaarden. De veroordeling van België in de zaak Mortier was juist het gevolg van de schending van procedurele voorwaarden.

Sommige van deze voorwaarden, waarvan de niet-naleving onbelangrijk kan lijken, zijn in feite van fundamenteel belang: zoals de plicht van de arts om aan de patiënt de beschikbare zorgmogelijkheden te vermelden, die rechtstreeks van invloed kunnen zijn op de beslissing van de patiënt om al dan niet door euthanasie te sterven.

Ook de termijn van vier dagen binnen dewelke de arts aangifte van de door hem uitgevoerde euthanasie moet doen, heeft een concrete invloed op de mogelijkheid om de wettigheid van de uitgevoerde euthanasie te controleren.

In de zaak Tine Nys werd de verklaring door de betrokken arts enkele weken te laat ingediend, en dan nog na aandringen van de familie van de jonge vrouw bij de arts en bij de controlecommissie.

De pleidooien werden afgesloten met een interventie van de advocaat van de Belgische regering, die herinnerde aan het belang van de eerbiediging van het algemeen rechtskader voor euthanasie en aan de noodzaak dat elke afzonderlijke voorwaarde van de wet wordt geëerbiedigd, zodat het in 2002 ingevoerde systeem zijn samenhang behoudt.

Zo blijkt uit de zaak Mortier dat het naleven van de voorwaarden inzake controle a posteriori rechtstreekse invloed heeft op het naleven van alle andere voorwaarden, waaronder de inhoudelijke. Dit is des te meer waar omdat België het enige land is met wettelijke euthanasie, om dergelijke controle a posteriori uit te voeren.

Het arrest van het Grondwettelijk Hof wordt aanstaande donderdag 20 oktober om 14.30 uur gepubliceerd op de website van het Hof.