
Tussen 2018 en 2023 werden in Ontario meer dan 400 strafbare feiten met betrekking tot euthanasie geregistreerd. In 2024 onthulden artsen dit cijfer aan de pers waarbij ze de nadruk legden op de feiten in verschillende rapporten van de autoriteiten (die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op sterfgevallen door euthanasie in deze Canadese provincie). Hoewel de Canadese autoriteiten prat gaan op het strikte karakter van het wetgevend kader voor deze praktijk, is het een feit dat deze nalevingsproblemen niet hebben geleid tot onderzoeken om de wet te handhaven of tot veroordelingen.
Artsen in Canada die medische hulp verlenen bij het sterven, moeten, sinds de decriminalisering ervan in 2016, beoordelen of personen die om euthanasie vragen in aanmerking komen, alle waarborgen tegen misbruik in acht nemen en elke vraag en elk sterfgeval melden. Het toezicht op de naleving van het strafrecht bij de uitvoering van euthanasie is toevertrouwd aan Dr. Dirk Huyer, Chief Coroner (openbaar ambtenaar).
In 2018 meldde Dr. Huyer aan de zorgverleners van Ontario dat er een nieuw systeem zou worden ingevoerd “om tegemoet te komen aan de bezorgdheden over mogelijke nalevingsproblemen”. Dit werd ingegeven door de vaststelling dat “ de beoordeling van bepaalde casussen problemen aan het licht hebben gebracht in verband met de naleving van het wetboek van strafrecht en de verwachtingen van regelgevende instanties, waarvan sommige in de loop van de tijd regelmatig terugkwamen”. Het systeem voorziet in een graduele reactie op de problemen die zijn vastgesteld door de toezichthoudende instanties voor euthanasie, met een reactieschaal van vijf niveaus.
Het eerste niveau is een informele discussie bij het niet volgen van good practices of bij een gebrekkige kennis van de richtlijnen. Het laatste niveau van reactie is een melding bij de politie bij het manifest niet naleven van de eisen van de wet. Uit het rapport van de Coroner uit 2024 blijkt dat van de 428 gevallen van niet-naleving die tussen 2018 en 2023 zijn vastgesteld, er slechts vier hebben geleid tot een melding bij een regelgevende instantie en geen enkele bij de politie. Dit roept de vraag op of dit systeem echt effectief is in het beschermen van kwetsbare personen tegen mogelijk misbruik.
Verontrustende wetsovertredingen
Al in 2020 identificeerde Dr. Huyer verschillende problemen met de naleving van de wetgeving in zijn rapport. Dit rapport, dat pas in 2024 openbaar werd gemaakt, werd gepresenteerd op een symposium van de Canadian Association of Physician Assisted Dying Evaluators and Providers.. De vastgestelde problemen hadden enerzijds betrekking op het in aanmerking komen voor euthanasie: er werd vastgesteld dat sommige artsen beoordelingsnota's opstuurden die onjuist of onvolledig waren ingevuld .Ze stuurden bepaalde documenten niet op waardoor het onmogelijk was om te controleren of de patiënt daadwerkelijk voldeed aan de wettelijke criteria voor euthanasie.
In het rapport wordt anderzijds melding gemaakt van de moeilijkheden die artsen ondervinden bij het beoordelen van de bekwaamheid van patiënten om toestemming te geven voor euthanasie, met name in het geval van patiënten die lijden aan cognitieve stoornissen of dementie. Zo werden conclusies van euthanasiebeoordelaars opgemerkt die “onverenigbaar of tegenstrijdig” waren met klinische beoordelingen in medische dossiers over de wilsbekwaamheid van patiënten. Het bleek ook dat patiënten met dementie of cognitieve stoornissen extra consultaties met specialisten nodig zouden hebben gehad, alsook een betere beoordeling van hun bekwaamheid om toestemming te geven voor euthanasie. Deze tekortkomingen leidden alleen tot een reactie van de lijkschouwer variërend van niveau 1 tot niveau 3, het laatste was een waarschuwing per e-mail.
Een zorgwekkende haast in de euthanasieprocedure
In 2021 werd de wet die euthanasie regelt in Canada herzien zodat het niet langer nodig is dat een natuurlijke dood redelijkerwijs kan worden verwacht voor een persoon om in aanmerking te komen voor de medisch begeleide dood (behalve voor personen die enkel lijden aan een mentale ziekte, die voorlopig uitgesloten zijn van deze mogelijkheid). Wanneer een natuurlijke dood niet redelijkerwijs kan worden verwacht, vereist de wet dat de arts een periode van “ten minste 90 dagen tussen de dag van de eerste beoordeling” en “de dag waarop medische hulp bij het sterven wordt verleend” in acht neemt.
Het rapport van de lijkschouwer van 2024 vermeldt echter de bezorgdheid van veel leden van het toezichtcomité met betrekking tot personen die niet terminaal ziek zijn en die lijden aan complexe medische aandoeningen. Voor deze personen “kan de garantie die een beoordelingsperiode van ten minste 90 dagen vereist onvoldoende zijn om te voldoen aan de complexe zorgbehoeften van de aanvrager”. Het probleem is dat de aanvrager in een “voorbijgaande fysieke of psychologische toestand” kan verkeren. In dergelijke omstandigheden kan extra tijd nodig zijn om “de omkeerbaarheid van de stressfactor te beoordelen”.
Deze bezorgdheden benadrukken het probleem dat eigen is aan euthanasie, die plaatsvindt in een context van lijden en/of ziekte waarbij het moeilijk is om de werkelijke wens van de persoon om te sterven vast te stellen. Deze situatie zal waarschijnlijk nog complexer worden in Quebec, waar sinds 30 oktober 2024 een persoon op voorafgaand toestemming kan geven om medische hulp bij het sterven te ontvangen, in de toekomst, op basis van een voorafgaande vraag.
In deze situatie zal de patiënt niet langer kunnen instemmen met euthanasie op het moment van de handeling. Een voorbeeld is een persoon die gediagnosticeerd is met een ernstige en ongeneeslijke ziekte die leidt tot wilsonbekwaamheid (bijv. de ziekte van Alzheimer). Hoewel de persoon zeker in staat moet zijn om toestemming te geven op het moment van het voorafgaande verzoek, kunnen de context van de aankondiging van de ziekte en de angst voor verlies van wilsbekwaamheid bijkomende aansporingen zijn voor de mogelijkheid die nu wordt geboden om vooraf een verzoek om te sterven in te dienen.
Zie over dit onderwerp ook het advies van het IEB over het wetsvoorstel om de vervroegde verklaring uit te breiden tot personen die wilsonbekwaam zijn geworden in België.