Vier jaar na het depenaliseren van euthanasie staat het federale parlement van Canada op het punt om de wet uit te breiden zodat elke zieke persoon die wil sterven "gedood" kan worden door of met de hulp van een arts of een verpleegkundige.
Wetsvoorstel C-7, dat op 5 oktober door de minister van Justitie in het parlement is ingediend, is op 7 februari 2020 al in een eerste lezing behandeld.
In zijn laatste versie voorziet het wetsvoorstel in de eerste plaats in de verwijdering van de "redelijkerwijs te voorziene dood" die momenteel in de wet is voorzien. In wezen zou de medische hulp bij overlijden (of MIAD-Medical Assistance In Dying-, de term die wordt gekozen om euthanasie aan te duiden) dus alleen afhankelijk zijn van het bestaan van een ernstige en ongeneeslijke ziekte en van het lijden van de patiënt dat hij of zij zelf als ondraaglijk beschouwt. Fysiek gehandicapte of chronisch zieke personen zouden dus in aanmerking komen voor wat lijkt op het verkrijgen van een dood op verzoek, toegediend - of geassisteerd - door het medisch corps. De tekst specificeert echter dat "medische hulp om te sterven niet is toegestaan wanneer een geestesziekte de enige medische aandoening is waarop een beroep wordt gedaan".
Euthanasie in 24 uur tijd
Bovendien voorziet de tekst, in het geval dat de natuurlijke dood rederlijkerwijs te voorzien is, het wegwerken van de termijn van 10 dagen tussen het verzoek om euthanasie en de dodelijke injectie. In de praktijk, zoals het collectief van 884 artsen tegen het wetsvoorstel aangeeft, "kan een persoon wiens natuurlijke dood als 'redelijk voorzienbaar' wordt beschouwd, in één dag worden gediagnosticeerd, beoordeeld en geëuthanaseerd".
Ten slotte bevat het wetsvoorstel ook de mogelijkheid om euthanasie uit te voeren op een patiënt die geen definitieve toestemming kan geven (bijvoorbeeld als de patiënt onbewust is), in het geval dat de patiënt een vroegere verklaring in die zin heeft afgelegd of als de dodelijke injectie die hij zichzelf heeft toegediend, mislukt is.
Deze snelle versoepeling van de voorwaarden voor toegang tot euthanasie, doet de vraag rijzen of een dergelijke samenhang wel strookt met de eisen die aan zorgbegeleiding van gehandicapten en chronisch zieken worden gesteld, zowel vanuit fysiek als psychologisch standpunt. De rol van artsen en, meer in het algemeen, van het verplegend personeel, zou ook de neiging hebben om zich te verwijderen van de zorgverstrekking en te evolueren naar een rol van technicus van de dood.
1.200 euthanasie toepassingen, 149 miljoen bespaard
Tot slot moet worden opgemerkt dat uit het verslag over de toepassing van een dergelijke wet blijkt dat deze een toename van 1.200 euthanasietoepassingen per jaar zou inhouden, naast de 5.631 euthanasietoepassingen die in 2019 werden geregistreerd. Meer fundamenteel zou deze hervorming een besparing van 149 miljoen Canadese dollar op het budget van de gezondheidszorg betekenen - hoewel de regering beweert dat er geen budgettaire beweegredenen terzake meespelen.
Deze wetswijziging volgt op een besluit van het Hooggerechtshof van Quebec in 2019, waarin de voorwaarde van het einde van de levensduur als discriminerend werd beschouwd. De stemming over deze wetgeving zal naar verwachting in de komende maanden plaatsvinden.