In haar Rapport van 4 april 2023 drukt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO in Genève) haar bezorgdheid uit over de wereldwijde toeneming van de onvruchtbaarheid bij de mens. Daarin vat de WHO de verschillende onderzoeken over dit onderwerp samen die tussen 1990 en 2021 wereldwijd zijn gedaan. Die globale aanpak brengt de omvang van het probleem in kaart: 17,5% van de volwassen wereldbevolking of 1 op de 6 personen is getroffen door onvruchtbaarheid. De meerderheid van de 133 onderzoeksverslagen die in het Rapport zijn verwerkt, hanteert de WHO-definitie van onvruchtbaarheid, te weten: een ziekte van het mannelijke of het vrouwelijke voortplantingssysteem die niet tot een zwangerschap leidt na 12 maanden of zelfs langer seksuele betrekkingen.
De meerderheid van die onderzoeken gebeurden onder de algemene bevolking. Ze vertonen een vrij gelijkmatig patroon van onvruchtbaarheid in landen zowel met hoge (17,8%) als met lage inkomens (16,5%). De meeste onderzoeken komen uit Europa (35,3%), maar bij de weinige die de mannelijke infertiliteit onderzochten, scoort de mannelijke lager dan de vrouwelijke. Bijkomend onderzoekswerk is dus nodig zodat uitsluitsel kan worden gegeven over de oorzaken van onvruchtbaarheid en of hun oorzaak eerder bij mannen dient gezocht dan wel bij vrouwen.
Verder klagen de rapporteurs zowel het gebrek aan politieke interesse aan als het duidelijke tekort aan concrete maatregelen voor de aanpak van de onvruchtbaarheid die wereldwijd de kop opsteekt. Vruchtbaarheidsbehandelingen worden nog steeds ondermaats vergoed en zijn in bepaalde landen ook onvoldoende voorhanden. Volgens het Rapport is een landelijke prioriteit van preventie, diagnose en aangepaste behandelingen hoogdringend. Er moeten meer gegevens beschikbaar komen die de oorzaken van onvruchtbaarheid naar geslacht en leeftijd onderzoeken en de fertiliteitsproblemen land per land in kaart brengen.
a. kan in-vitrofertilisatie een oplossing bieden voor het onvruchtbaarheidsprobleem?
In-vitrofertilisatie (ook gekend als proefbuisbevruchting of IVF) is een vorm van medisch begeleide voortplanting (MBV) waarbij de bevruchting in een schaaltje in het laboratorium gebeurt. Op vandaag wordt ze voorgesteld als dé oplossing bij onvruchtbaarheidsproblemen. Volgens de European Society for Human Reproduction and Embryology (ESHRE), zijn, in 2018, reeds 1.007.598 IVF-cycli geregistreerd in 39 Europese landen. Het gemiddelde slaagpercentage van amper 20% per IVF-cyclus toont aan dat de efficiëntie van deze techniek niet bewezen is. IVF is voor de samenleving een zware kost en belastend voor de gezondheid van de vrouwen (door hormonale stimulatie, eicelpunctie, enz.) en van de koppels. Dit zet een rem op het enthousiasme voor het wijdverbreide gebruik van deze techniek (EIB-dossier MBV (FR)).
Intussen maakt een andere techniek opgang bij vrouwen die men tot nu toe operatief behandelde, namelijk de cryo-conservatie (Engels: cryopreservation) of het invriezen van eicellen. Meer en meer gebruiken vrouwen deze techniek om een zwangerschap uit te stellen bijvoorbeeld voor carrièreplanning of omdat ze de juiste partner nog niet vonden. De vraag daarbij is of het uitstellen van een zwangerschap wel zo aanbevelenswaardig is als wordt voorgesteld?
b. bij onvruchtbaarheid is de leeftijd bepalend
Alhoewel de oorzaken van onvruchtbaarheid veelvuldig zijn (er zijn fysieke, psychische, omgevingsfactoren) en ze even vaak voorkomen bij mannen als bij vrouwen, blijft de leeftijd een bepalende factor. De leeftijd bij de eerste zwangerschap schuift steeds verder op: in 2021 was in ons land de gemiddelde leeftijd van de moeder bij een eerste geboorte 29,3 jaar. Vruchtbaarheidsdeskundigen stellen dat vooral de leeftijd van de moeder bepalend is voor de kans op een natuurlijke zwangerschap, maar evenzeer bij MBV. Is het dan raadzaam het invriezen van eicellen met het oog op een latere zwangerschap aan te bevelen als men weet dat die vrouwen een IVF-behandeling door zullen moeten gaan en de slaagkans vanaf 35 jaar serieus afneemt? Oudere vrouwen hebben sowieso hoger risico's op zwangerschapsdiabetes of -vergiftiging (hoge bloeddruk, eiwitten) en een grotere kans op een bevalling met keizersnede of een vroeggeboorte.
c. is herstel van de vruchtbaarheid mogelijk?
De beste remedie tegen onvruchtbaarheid zijn betrekkingen tijdens de meest vruchtbare periode, dus tussen het 20ste en het 35ste levensjaar. De volksgezondheid zal erbij winnen als het beleid, eerder dan volop IFV te promoten, meer aandacht zou geven aan natuurlijke voorplantingsmethodes, zoals de NaProTechnologie of Natuurlijke Voortplanting onder medisch toezicht (Natural Procreative Technology). Deze methodes geven een medische omkadering met de focus op het herstel van de natuurlijke vruchtbaarheid. Ze zullen door een doorgedreven diagnose die de moeilijkheden van het koppel in kaart brengt en een betere inzicht heeft in de eigen vrouwelijke cyclus oplossingen aanreiken zo nodig met aangepaste medicatie. De slaagkans van de NaProTechnology bij koppels met vruchtbaarheidsproblemen is op vandaag ongeveer 30%.
Overal ter wereld en in alle sociale lagen neemt de onvruchtbaarheid toe. Er is dus nood aan doorgedreven onderzoek naar de oorzaken van onvruchtbaarheid en hoe ze kan worden behandeld. Momenteel blijft het behoud en het herstel van de natuurlijke vruchtbaarheid de belangrijkste factor voor het welslagen van vruchtbaarheidsbehandelingen.