Het Europees Parlement voegt “de uitbuiting van GPA” toe aan de daden van mensenhandel

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Draagmoederschap Nieuws Temps de lecture : 2 min.

 Afdrukken

Op 23 april 2024 stemde het Europees Parlement voor een wijziging van de richtlijn inzake mensenhandel om draagmoederschap (GPA) op te nemen onder de handelingen van mensenhandel die de lidstaten verplicht zijn te bestraffen. Met 563 stemmen voor, 7 tegen en 17 onthoudingen moet de tekst nog worden goedgekeurd door de ministers van de lidstaten die zitting hebben in de Raad van de Europese Unie. Gezien de diversiteit van de Europese wetgeving op dit gebied, rijst de vraag welke impact dit zal hebben op landen zoals België, die de praktijk van draagmoederschap toestaan maar niet reguleren.  

De nieuwe richtlijn omvat nu gedwongen huwelijken, illegale adoptie en de uitbuiting van draagmoederschap naast slavernij en prostitutie. Het doel van deze wijziging is om lidstaten aan te moedigen effectieve maatregelen te nemen om “mensenhandel te bestrijden en te voorkomen en slachtoffers beter te ondersteunen”. In de uiteindelijk gekozen formulering “uitbuiting van draagmoederschap” laat de term “uitbuiting” twijfel bestaan over de soorten draagmoederschap die onder de richtlijn vallen. De tekst van de richtlijn is gericht tegen “personen die vrouwen dwingen om als draagmoeder op te treden of hen daartoe misleiden”. 

Het staat de wetgever dus vrij naar eigen goeddunken te interpreteren wat onder “bedrog” wordt verstaan, vooral omdat GPA een zaak van nationaal recht is. Zoals in de tekst wordt benadrukt, laten deze regels “de nationale regels inzake draagmoederschap, met inbegrip van het straf- of familierecht, onverlet”. 

Een bemoedigende maar onvolledige maatregel

Voor Aude Mirkovic, universitair hoofddocent rechten, is dit toch een stap voorwaarts in zoverre dat, voor de eerste keer op Europees niveau, “het een richtlijn is, met andere woorden een bindende internationale juridische tekst, die expliciet ‘de uitbuiting van GPA’ kwalificeert als een ‘vorm van mensenhandel’. De richtlijn specificeert echter dat mensenhandel geen betrekking heeft op kinderen in draagmoederschap, “tenzij de draagmoeder een kind is”. Maar, zoals Aude Mirkovic zegt, “betaald of onbetaald, het maakt niet uit, het kind is het onderwerp van een daad van beschikking, het voorrecht bij uitstek van de eigenaar”. De oprichtster van Juristes pour l'enfance wijst er ook op dat deze staat van beschikking het mogelijk maakt om slavernij te definiëren in internationale verdragen. De getuigenis van mensen geboren uit draagmoeders, zoals die van Olivia Maurel, bevestigt duidelijk dat GPA een schending is van hun rechten en belangen. Olivia Maurel is nu woordvoerster van de Verklaring van Casablanca en voert samen met een internationale coalitie campagne voor de uitbanning van alle vormen van draagmoederschap. 

Deze eis lijkt dus noodzakelijk als we deze nieuwe vorm van mensenhandel, die nationale en Europese grenzen overschrijdt, effectief willen bestrijden. De Europese Unie neemt kleine stappen in deze strijd, maar op een onsamenhangende manier, aangezien ze tegelijkertijd een voorstel voor een verordening over een Europese afstammingsverklaring bestudeert. Dit certificaat zou alle lidstaten verplichten om de afstamming te erkennen van elk kind dat in een andere lidstaat is geboren, ongeacht hoe het tot stand is gekomen, inclusief via GPA.