Meldingen
De commissies ontvingen in het verslagjaar 2009, 2636 meldingen.
Euthanasie en hulp bij zelfdoding
In 2443 gevallen was er sprake van euthanasie, in 156 gevallen
van hulp bij zelfdoding en in 37 gevallen betrof het een combinatie van beide.
Artsen
De meldend arts was in 2356 gevallen een huisarts, in 184 gevallen een medisch specialist werkzaam in een ziekenhuis, in 87 gevallen een specialist ouderengeneeskunde en in 10 gevallen een arts in opleiding tot specialist. (1 melding werd door twee artsen gedaan.)
Aandoeningen
De aard van de aandoeningen was als volgt in te delen:
kanker | 2153 |
hart- en vaataandoeningen | 54 |
aandoeningen van het zenuwstelsel | 131 |
overige aandoeningen | 168 |
combinatie van aandoeningen | 130 |
Instellingen
De levensbeëindiging vond in 2117 gevallen thuis plaats, in 170 gevallen in een ziekenhuis, in 77 gevallen in een verpleeghuis, in 111 gevallen in een verzorgingshuis, 124 gevallen in een hospice en in 37 gevallen elders (bijvoorbeeld bij familie).
Bevoegdheid en eindoordeel
De commissies achtten zich in alle gevallen bevoegd om de zaak te beoordelen.
In dit verslagjaar kwamen de commissies 9 maal tot het oordeel dat de arts niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld.
Duur beoordeling
De gemiddelde tijd tussen ontvangst van de melding en de verzending van het oordeel van de commissie was 37 dagen.
- levenseinde
- statistieken
- cijfersgegevens
- palliatieve zorgen