MBV : Luxemburg wil de toegang van kinderen tot hun afkomst garanderen

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Rechten en vrijheden / Verwantschap Nieuws Temps de lecture : 2 min.

 Afdrukken

De Luxemburgse minister van Justitie Sam Tanson heeft op 7 oktober een wetsvoorstel ingediend om de toegang tot de herkomst van het kind te garanderen, ongeacht of het kind is geboren in een discrete geboorte, is geadopteerd of is geboren als gevolg van een medisch begeleide voortplanting (MBV) door gametendonatie.

 

Al meer dan zeven jaar vragen verschillende instanties in Luxemburg om de invoering van een wettelijk kader voor de toegang van kinderen tot hun afkomst: de Raad van State had dit verzoek gedaan met betrekking tot adoptie in 2013 en opnieuw in 2016, toen de hervorming van de afstamming werd ingevoerd. De Ombudscommissie voor de Rechten van het Kind had in verband met dezelfde hervorming opgemerkt dat "de tijd van de anonimiteit voorbij is. We moeten het recht van het kind beschermen om zijn of haar afkomst te kennen, zowel biologisch als sociaal, die samenstellende elementen zijn van zijn of haar persoon en persoonlijkheid. »

 

De "geheime" bevalling

 

In tegenstelling tot België staat Luxemburg momenteel toe dat een vrouw in volledige anonimiteit bevalt. Met het wetsvoorstel kunnen de vrouw en de andere "ouder door geboorte" - maar zonder verplichting - hun identiteit of niet-identificeerbare informatie in het dossier laten staan op het moment van de geboorte. Dit laatste zal het kind in staat stellen de omstandigheden van zijn of haar geboorte te begrijpen. Op elk moment, zelfs wanneer het kind is opgegroeid, kan elk van hen komen en zijn of haar identiteit verklaren en instemmen met de opheffing van het geheim van zijn of haar identiteit. Als de Luxemburgse regering ervoor kiest om de mogelijkheid van anonimiteit te behouden, dan is dat om "het leven van vrouwen en pasgeborenen te beschermen", die anders het risico lopen om in medisch onveilige omstandigheden te worden geboren of zelfs, in zeer extreme gevallen, in de steek te worden gelaten of te worden gedood.

 

Adoptie

 

In geval van adoptie van een in Luxemburg geboren kind is de identiteit van de moeder en/of de vader op dit moment al bekend en te vinden in het dossier. Het wetsontwerp zou hier een juridisch kader scheppen voor de mededeling van de identiteit van de moeder of de vader aan het kind op zijn of haar verzoek. In geval van internationale adoptie kan de identiteit van de moeder en/of de andere ouder door geboorte op verzoek van het kind worden meegedeeld, indien deze in het dossier is opgenomen. Anders kan de bevoegde minister informatie opvragen bij de centrale autoriteit van het land van herkomst van het kind.

 

Kinderen geboren uit gametendonatie

 

Indien het kind door medisch begeleide voortplanting (MBV) is verwekt met behulp van donorcellen, wordt de identiteit van de gametendonor(en) op verzoek verstrekt zonder dat daarvoor specifieke toestemming van de betrokken personen nodig is. Dit geldt zowel voor de MBV's die in Luxemburg worden uitgevoerd als voor die welke in het buitenland worden uitgevoerd, maar heeft geen gevolgen voor kinderen die vóór de goedkeuring van dit wetsvoorstel na een MBV's zijn geboren.

 

De drie bovengenoemde situaties leiden de facto tot een scheiding tussen het kind en zijn of haar "biologische" ouders. Er zij echter aan herinnerd dat MBV's met donoren vrijwillig kinderen creëren die gescheiden zijn van hun biologische ouders, in tegenstelling tot adoptie of geheime bevalling, die het resultaat zijn van ongelukkige en onbedoelde omstandigheden. Inderdaad, dit is wat het wetsvoorstel opmerkt: terwijl de "sociale" ouders en gametendonoren "vrijwillig in deze situatie zijn verwikkeld met volledige kennis van zaken", is het kind "eenvoudigweg gedwongen in deze situatie waar hij geen controle over heeft. Het kan zelfs worden aangeduid als een genetisch weeskind. Toegang tot kennis van iemands genetische afkomst is een echt recht voor het kind dat in deze situatie de "zwakke" actor is en bescherming nodig heeft".

 

Moet men er dus van uitgaan dat kennis van de eigen afkomst alleen, het kind in staat stelt om het "echte psychologische leed", waarop het wetsvoorstel wijst, te overwinnen dat zou kunnen voortvloeien uit de scheiding van zijn of haar biologische ouders? Zou het voor het welzijn van het kind niet eerder de plicht van de Staat zijn om deze breuk tussen biologische en "intentionele" afstamming te voorkomen door MBV's met derde donoren te verbieden?