Het nieuwe Nederlandse wetsvoorstel - om begeleide zelfmoord toe te staan voor "voltooid leven" vanaf 75 jaar - roept de vraag op naar de plaats van de ouderen in onze welvarende westerse samenlevingen.
De opinie van Constance du Bus, juriste bij het Europees Instituut voor Bio-ethiek (La Libre Belgique, 2 September 2020 - originele versie in het Frans)
De zomerperiode is waarschijnlijk niet het meest gunstige moment voor een openbaar debat over bio-ethische kwesties. De sfeer is er een van ontspanning of van het aanpassen van gezins- en schoolprojecten aan nieuwe gezondheidsmaatregelen... minder aan het parlementaire nieuws in Nederland over het levenseinde. En toch is er op 2 Juli een wetsvoorstel ingediend op de tafel van de Nederlandse parlementariërs, dat tot doel heeft om geassisteerde zelfmoord toe te staan voor "voltooid leven" vanaf 75 jaar, zonder enige medische aandoening. In een land waar al 4,2% van de mensen die in 2019 zijn overleden werden geëuthanaseerd (Jaarverslag 2019 - Regionale Toetsingscommissies Euthanasie), is de tekst van kamerlid Pia Dijkstra van de D66-partij (liberaal links) een verdere stap in de richting van de wijding van een echt "recht om te sterven".
Je leven is lang genoeg
Als iemand 75 jaar oud is, kan iedereen die de Nederlandse nationaliteit heeft of minstens twee jaar in Nederland woont, hulp vragen bij het plegen van zelfmoord. Voorstanders van de tekst zijn van mening dat de afgelegde weg na driekwart eeuw als voldoende lang en moeizaam kan worden beschouwd. "We hebben voor deze leeftijdsgrens gekozen omdat degenen die deze hebben bereikt al een relatief lang leven achter de rug hebben", zegt Pia Dijkstra in de toelichting bij haar voorstel.
Geen medische aandoeningen
Dit is dus zelfmoord, geen euthanasie. De auteur benadrukt dat er geen medische conditie nodig zal zijn om hulp te krijgen om je leven te beëindigen. Aan de andere kant - en dit zijn de gebruikelijke "voorzorgsmaatregelen" die gepaard gaan met het vegen van fundamentele verboden - voorziet de wetstekst in een litanie van voorwaarden, soms formeel, soms meer substantieel. Laten we ze eens kort bekijken.
Een begeleider om te helpen
Een "levenseindebegeleider" dient met de oudere de mogelijkheid te bespreken om zijn/haar naasten bij het gesprek te betrekken. Deze begeleider zou ook de "overtuiging" moeten hebben dat het verzoek om te sterven "vrij, bedachtzaam en volhardend" is. Deze termen lijken sterk op de termen die worden gebruikt op het gebied van euthanasie. De begeleider zal ook minstens twee keer met de suïcidale persoon moeten praten over een periode van minstens twee maanden. Hij of zij moet - en dit is niet onbelangrijk - ervan overtuigd zijn dat er geen andere wenselijke "hulp" is voor die persoon - wat, paradoxaal genoeg, neerkomt op het beschouwen van zelfmoord als "hulp"; hulp met wat? Ten slotte moet ervoor worden gezorgd dat de persoon in kwestie in staat is om een redelijk onderscheid te maken tussen de belangen die op het spel staan.
En om dit geruststellende arsenaal te vervolledigen, zal elke aldus gerealiseerde zelfmoord a posteriori aan een "controle" door een regionale commissie worden onderworpen. We durven niet te speculeren over de actiemiddelen van deze commissie in het geval van tekortkomingen. Blijkbaar geloven sommigen nog steeds in de wederopstanding...
Recht op zelfmoord of gedienstig paternalisme?
Dit is dus de fundamentele rol van de begeleider aan het einde van het leven. De beslissing om zelfmoord te plegen is echter strikt persoonlijk en "niemand zal ooit van een ander kunnen zeggen dat zijn leven voltooid is" (of niet!). Dus, recht op zelfmoord of gedienstig paternalisme? Les deux, mon capitaine ! Het resultaat is een noodzakelijke betrokkenheid - en verantwoordelijkheid, vreselijke verantwoordelijkheid - van de ene in de zelfmoord van de andere. Naast het trauma veroorzaakt door een zelfmoord en ervaren door de geliefden van de verdwenenen, een trauma dat hier totaal vergeten lijkt te zijn, moet er nu een duidelijke, schone en juridische samenwerking komen tussen het zelfmoordslachtoffer en de zelfmoordmedewerker, die naar behoren is opgeleid voor deze lugubere taak.
Een ethiek voor een goed geweten
"Deze gevallen zullen uitzonderlijk blijven", verzekert men ons. Het refrein is bekend, maar de cijfers zijn ondubbelzinnig: in België bedroeg het aantal euthanasiegevallen 235 in 2003, tegenover 2655 in 2019. "De levenseindebegeleider zal ervoor zorgen dat de wet wordt gerespecteerd." Is dat openhartigheid of kwade trouw? Want kennen we het tweede deel van de toespraak niet: "Maar wie bent u om over het lijden van een ander te oordelen?"
De controlecommissies, ethische commissies en vrijwaringsclausules die zijn opgericht, hebben steeds vaker de neiging om alleen maar te tellen als stroman, bedoeld om praktijken te valideren in plaats van ze in twijfel te trekken of er echt toezicht op uit te oefenen. Dit is wat de filosoof Mark Hunyadi “la petite éthique” noemt in zijn boek La Tyrannie des modes de vie (De tirannie van de levenswijze), dat hij aan de kaak stelt als een middel om het systeem wit te wassen door het een zuiver geweten te geven. Zou de rol van de ethiek niet eerder moeten bestaan uit het voortdurend in vraag stellen en uitdagen van de zeden en levenswijzen van de tijd?
Helaas is de strategie altijd hetzelfde als het gaat om ethiek: elk nieuw voorstel gaat in eerste instantie gepaard met zeer strenge voorwaarden en controles, om het publiek niet al te veel doen schrikken. En wanneer de stap wordt gezet, zodra het geweten is verdoofd door deze mechanismen "die de praktijk omkaderen", haast zich een nieuw voorstel om deze barrières weg te nemen in naam van de vrijheid om te beschikken over eigen lichaam en de voorrang van de uitgedrukte wil.
Welk signaal naar de ouderen?
Het nieuwe Nederlandse wetsvoorstel roept uiteraard de vraag op naar de plaats van de ouderen in onze samenlevingen, en meer in het bijzonder in een welvarende westerse samenleving waar het BBP per hoofd van de bevolking tot de hoogste ter wereld behoort (15e plaats voor Nederland). Welk signaal geeft het aan ouderen die de funeste 75-jarige leeftijd naderen of overtreffen? "Dames en heren, vraag uzelf af of het de moeite waard is om verlengingen te spelen. Als je wilt (natuurlijk...), is de uitgang deze kant op. We begrijpen maar al te goed dat u het pand wilt verlaten."
Laten we niet vergeten dat onlangs een onderzoek (Perspectieven op de doodswens van ouderen die niet ernstig ziek zijn: de mensen en de cijfers, Den Haag: ZonMw, januari 2020) is uitgevoerd door Nederlandse onderzoekers, specifiek gericht op de groep mensen boven de 55 jaar die willen sterven zonder ernstig ziek te zijn. De onderzoekers merkten op dat de doodswens niet gerelateerd is aan de gevorderde leeftijd, maar, nog belangrijker, dat deze vaak complex en veranderlijk is: hij ontwikkelt zich niet lineair, is niet onomkeerbaar en wordt versterkt door factoren als angst (toekomstige of hypothetische scenario's), financiële problemen, gezondheidsproblemen, eenzaamheid, afhankelijkheid en het gevoel een last te zijn voor anderen. Dus vandaag daag ik onze westerse samenlevingen en in de eerste plaats onze politieke leiders uit: zullen we onze oudsten iets anders kunnen bieden dan de dood? Laten we onze ogen openen voor wat ze nog kunnen geven, voor degenen die ze nog kunnen liefhebben.