Euthanasie toestaan op kinderen tussen 1 en 12 jaar, ook als ze er niet om vragen of ermee instemmen: dat is wat de Nederlandse minister Hugo De Jonge voorstelt in een brief aan de Tweede Kamer van Nederland op 12 oktober.
Euthanasie is nu legaal in Nederland voor volwassenen en minderjarigen boven de 12 jaar. Wat betreft de praktijk van euthanasie bij kinderen jonger dan één jaar, deze is in het kader van het Protocol van Groningen gedepenaliseerd (zie het EIB-dossier).
De depenalisering van euthanasie bij kinderen tussen 1 en 12 jaar zou ertoe leiden dat euthanasie op elke leeftijd mogelijk is in Nederland. Het voorstel van minister De Jonge volgt op een rapport dat een jaar eerder, in september 2019, werd gepubliceerd door de universitaire medische centra van Groningen, Rotterdam en Amsterdam, onder de leiding van de Nederlandse academie voor Kindergeneeskunde. In het rapport wordt erkend dat tot op heden in Nederland geen enkel verzoek om euthanasie is gedaan door een kind onder de 13 jaar. Toch zijn de onderzoekers van mening dat het depenaliseren de euthanasie op deze kinderen tegemoet zou komen aan een behoefte van ouders en artsen, indien het lijden van het kind als ondraaglijk en hopeloos wordt beschouwd. Het onderzoek schat het aantal kinderen dat te maken heeft met een dergelijke uitbreiding van mogelijkheid tot euthanasie op "vijf tot tien". 84% van de Nederlandse kinderartsen zou voorstander zijn van een dergelijke depenalisering.
Doel : lastverlichting voor de ouders en beschermen van artsen
Aangezien het kind zelf niet om euthanasie vraagt, is de motivatie voor een dergelijke hervorming, de wens om bij voorkeur te beantwoorden aan het lijden van de ouders , evenals de zorg om artsen te beschermen tegen elke vorm van strafrechtelijke vervolging wanneer zij de dood van een kind in deze omstandigheden veroorzaken.
Tot op heden is het voor kinderen waarvan het lijden als ondraaglijk en hopeloos wordt beschouwd, mogelijk geweest om hen een terminaal palliatief kalmerend middel toe te dienen. Sommige artsen en ouders vinden echter dat de dood soms te laat komt, na enkele dagen of zelfs enkele weken, en willen daarom kunnen kiezen om de dood van het kind te versnellen door middel van euthanasie.
Er is geen wet nodig, een interpretatieve regeling volstaat.
Ondanks de ernstige problemen die een dergelijke uitbreiding met zich meebrengt, is de minister van mening dat er voor deze depenalisering geen wet in het parlement nodig is, maar alleen een ministeriële regeling die de bestaande euthanasiewet "interpreteert". Op grond van deze verordening zouden alle procedures tegen artsen die euthanasie uitvoeren op een kind tussen 1 en 12 jaar, zelfs zonder zijn of haar toestemming, worden stopgezet.
Overwogen verwarring tussen palliatieve sedatie en euthanasie
In het verslag wordt benadrukt dat het in de praktijk moeilijk is om onderscheid te maken tussen de toediening van palliatieve sedatie en de praktijk van euthanasie op deze kinderen. Het één verschilt echter fundamenteel van het ander, omdat bij palliatieve sedatie de patiënt in slaap wordt gebracht om zijn of haar pijn te verlichten, zonder dat hij of zij, zijn of haar leven wil verkorten, terwijl euthanasie bestaat uit het opzettelijk beëindigen van het leven van een individu.
Het rapport lijkt dus acte te nemen van het stilaan afglijden van de praktijk van palliatieve sedatie naar het euthanasiedoel door bepaalde artsen (in het bijzonder in combinatie met het stopzetten van voedsel en hydratatie), om vervolgens vast te stellen dat er een verwarring (of “grijze zone”) bestaat tussen deze twee praktijken, en uiteindelijk op te roepen tot uitbreiding van de toegang tot “de facto” euthanasie.
Toestemming van het kind: onmogelijk te verkrijgen, dus overbodig.
Tot slot kan men zich afvragen of er bij deze hervorming rekening is gehouden met de wil van het kind. Zelfs als de "belangen van het kind" worden genoemd onder de geclaimde doelstellingen van de verordening, vermeldt het document op geen enkel moment de noodzaak dat het kind aanvaardt dat het wordt geëuthanaseerd. En juist om deze reden kan men zich moeilijk voorstellen hoe een kind van één, vijf of zelfs twaalf jaar oud, in staat zou zijn, zo niet om zijn dood te vragen, of in ieder geval zijn geldige toestemming te geven.
Naar de gedwongen euthanasie van de meest kwetsbaren?
Zoals Theo Boer, hoogleraar ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit Groningen, nochtans voorstander van het depenaliseren van euthanasie, aan de kaak stelt, zou een dergelijke regeling voor het eerst expliciet de euthanasie van personen toestaan zonder hun toestemming.
In dit verband moet worden herinnerd aan het reeds genoemde Protocol van Groningen over de euthanasie van pasgeborenen, evenals aan de depenalisering van euthanasie van demente personen, toegestaan in Nederland, zelfs wanneer dezen uiteindelijk weigeren te sterven op het moment van de dodelijke injectie (zie het EIB-nieuws).
Tot slot moet worden herinnerd dat België vandaag, en sinds 2014, het enige land is dat euthanasie op kinderen wettelijk heeft gemaakt, zonder een minimum leeftijd. Volgens de normen van de Belgische wet moet het kind in kwestie begiftigd zijn met “een onderscheidingsvermogen” en zelf het verzoek om euthanasie formuleren. Bovendien moeten de ouders hun akkoord geven. Sinds de wet in werking is getreden, is er vier keer euthanasie op kinderen bekend gemaakt.