Sinds 2016 streeft Canada op doortastende wijze naar uitbreiding van de toegang tot euthanasie voor zijn burgers. Tenzij de wetgeving wordt gewijzigd, zal euthanasie (die er "medische hulp bij sterven" genoemd wordt) vanaf maart 2023 mogelijk zijn wanneer een psychische stoornis het enige medische probleem is waarop de patiënt zich beroept. Volgens de wet, die al in 2021 was uitgebreid tot personen die niet aan het einde van hun leven zijn en tot gehandicapten, is een geestesziekte geen ernstig en onherstelbaar gezondheidsprobleem en kan het bijgevolg geen euthanasie rechtvaardigen. Indien deze overgangsbepaling echter niet vóór maart 2023 wordt bevestigd, zouden bepaalde geestesziekten in de toekomst kunnen worden beschouwd als een ernstig en ongeneeslijk gezondheidsprobleem, en als een voorwaarde om de deur naar euthanasie te openen.
Op initiatief van het Canadees Parlement werd een commissie belast met de herziening van "de bepalingen van het wetboek van strafrecht betreffende medisch ondersteund sterven en de toepassing daarvan, met name bij rijpere minderjarigen, voorafgaande verzoeken, geestesziekten, de stand van palliatieve zorg in Canada, en de bescherming van Canadezen met een handicap”. De commissie moet haar eindverslag uiterlijk op 17 oktober 2022 indienen. Op 22 juni verscheen al een tussentijds verslag over de toegang tot euthanasie wanneer geestelijke stoornis de enige medische aandoening is die ingeroepen wordt.
Zowel het deskundigenpanel als de commissie concludeerden dat het huidige kader voor euthanasie in Canada volstaat om euthanasie uit te breiden tot mensen met psychische stoornissen. Zij dringen wel aan op een aantal organisatorische maatregelen voordat de wet wordt uitgebreid, maar stellen de uitbreiding van euthanasie tot geesteszieken niet ter discussie. Drie leden van de commissie doen dat echter wel.
Deze drie leden wijzen op "het gebrek aan grondig onderzoek en overleg over deze uitbreiding”, en meer bepaald op "de moeilijkheid om te voorzien in ‘onherstelbaarheid’ (de ongeneeslijkheid, in het Belgisch recht) in gevallen waarin een psychische stoornis de enige onderliggende medische aandoening is". Bovendien, zo zeggen zij, is het niet gemakkelijk een onderscheid te maken tussen een persoon met een onderliggende geestelijke stoornis die uit zelfmoordoverwegingen om medische hulp bij sterven verzoekt en een persoon die een "rationeel" verzoek om euthanasie indient. "Een wet van deze aard moet worden geleid door de wetenschap, niet door ideologie", concluderen zij. "Veel deskundigen waarschuwden ons dat als de uitbreiding volgens plan wordt uitgevoerd, dit de dood van Canadezen in de hand zal werken, die zich anders hadden kunnen herstellen, maar die de kans op een bevredigend leven wordt ontnomen."
Ter herinnering: in België is euthanasie voor geestesziekten toegestaan sinds de eerste depenalisering in 2002, in weerwil van de gevaren en moeilijkheden waarop psychiaters wezen. De woorden van Dr. An Haekens in het boek "Euthanasie, deen ander verhaal" zijn het waard in herinnering te brengen: "De samenleving verwacht tegenwoordig van de psychiater, naast zijn voortdurende inspanning om zoveel mogelijk zelfmoorden te voorkomen, dat hij een antwoord geeft op het verzoek van zijn patiënt om euthanasie, en dat hij beslist of het leven van de patiënt nog de moeite waard is om geleefd te worden of niet”. Of nog: "De evolutie van pathologieën is in de psychiatrie zeer moeilijk te voorspellen, en het is onmogelijk hun ongeneeslijkheid te objectiveren”.
NB: Het Europees Instituut voor Bio-ethiek stelde een nota op ten behoeve van het Canadees Comité, dat daartoe een oproep had gedaan. In de nota wordt ingegaan op de risico's van de uitbreiding van euthanasie tot minderjarigen, en demente personen op basis van een voorafgaande verklaring inzake euthanasie. Deze kwesties zullen normaliter in het eindverslag van het comité worden behandeld.