Nu de ontwikkeling van vaccins tegen Covid-19 in een versneld tempo gaat, is het belangrijk goed geïnformeerd te zijn over hoe deze vaccins worden ontworpen, geproduceerd en getest. Er stellen zich namelijk ethische vragen bij het mogelijk gebruik, in elk stadium van het proces van ontwikkeling, van cellijnen die afkomstig zijn van geaborteerde foetussen. Het Charlotte Lozier Institute in de Verenigde Staten stelde op basis van een grondige analyse van de wetenschappelijke literatuur en de resultaten van klinische proeven, een nauwkeurig overzicht op van de farmaceutische bedrijven die dergelijke ethisch omstreden cellijnen al dan niet gebruiken. Het instituut wil de lezer in staat stellen met kennis van zaken keuzes te maken over Coronavirusvaccins.
Laat ons eerst kijken waaruit zo'n foetale cellijn bestaat. Die wordt verkregen door een cel van een foetus te nemen (in dit geval een geaborteerde foetus) en deze cel te vermenigvuldigen tot meerdere identieke cellen. Deze cellen kunnen worden gekweekt en vermenigvuldigd gedurende tientallen jaren, waardoor "cellijnen" ontstaan, die vaak worden gebruikt in wetenschappelijke experimenten. Sommige van die foetale cellijnen, die inderdaad tientallen jaren oud zijn, worden aangewend voor het ontwikkelen van nieuwe vaccins. Dit is onder meer het geval voor de cellijnen HEK293 en PER.C6. Het gebruik van deze cellen vereist dus geen nieuwe abortussen. Zij gaan terug op de abortussen die plaatsvonden in de jaren zestig, zeventig en tachtig, ongeacht het farmaceutische doel.
De vraag die zich stelt is of deze foetale cellijnen absoluut noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van vaccins, met name het Covid-19-vaccin. Het antwoord is nee. Het is mogelijk om op ethische verantwoorde wijze vaccins te ontwikkelen zonder cellen, of op basis van dierlijke cellen, kippeneieren of gist. Dit is in feite wat verschillende farmaceutische bedrijven doen.
De volgende stap is het verwerven van inzicht in de verschillende ontwikkelingsstadia van een vaccin, waarin cellijnen van geaborteerde foetussen kunnen worden aangewend.
De Ontwerpfase omvat de conceptvorming, de voorbereidende experimenten en de omschrijving van hoe het vaccin zal worden geproduceerd.Farmaceutische bedrijven en onderzoeksinstituten die in deze fase gebruik hebben gemaakt van cellijnen afkomstig van geaborteerde foetussen:
- Altimmune (VS)
- Astra Zeneca & University of Oxford (VK, VS)
- CanSino Biologics, Inc. Beijing Institute of Biotechnology, Academy of Military Medical Sciences, PLA of China (China)
- Gamaleya Research Institute (Rusland)
- Janssen Research & Development, Inc. Johnson & Johnson (VS)
- Vaxart (VS)
- Anhui Zhifei Longcom Biopharmaceutical/Institute of Microbiology, Chinese Academy of Sciences (China)
- University of Pittsburgh (VS)
De Productiefase: het uiteindelijke vaccin wordt geproduceerd.
Farmaceutische bedrijven en onderzoeksinstituten die in deze fase gebruik maken van cellijnen van geaborteerde foetussen:
- Altimmune (VS)
- Astra Zeneca University of Oxford (VK, VS)
- CanSino Biologics, Inc. Beijing Institute of Biotechnology, Academy of Military Medical Sciences, PLA of China (China)
- Gamaleya Research Institute (Rusland)
- Janssen Research & Development, Inc. Johnson & JohnsonVaxart (VS)
- Vaxart (VS)
- University of Pittsburgh (VS)
Testfase van het vaccin in het laboratorium, voordat het op grote schaal wordt verspreid.
Farmaceutische bedrijven en onderzoeksinstituten die in dit stadium cellijnen van geaborteerde foetussen aanwenden:
- Sinovac Biotech Co., Ltd. (China)
- Anhui Zhifei Longcom Biopharmaceutical/Institute of Microbiology, Chinese Academy of Sciences (China)
- Medicago (Canada)
- Novavax (VS)
- Moderna, Inc. avec le National Institute of Health (VS)
- Pfizer et BioNTech (VS, Duitsland)
- Sanofi Pasteur et Translate Bio (VS, Frankrijk)
- Inovio Pharmaceuticals (VS)
Farmaceutische bedrijven die geen gebruik maken van foetale cellijnen in één van de drie stadia zijn (per 10 november 2020, rekening houdend met het stadium van de ontwikkeling van het vaccin):
- Beijing Institute of Biological Products/ Sinopharm (China)
- Wuhan Institute of Biological Products/ Sinopharm (China)
- John Paul II Medical Research Institute (VS)
- Institut Pasteur and Themis and Merck (VS, Frankrijk)
- Shenzhen Geno-immune Medical Institute (China)
- Merck and IAVI (VS)
- Clover Biopharmaceuticals, Inc. (China)
- Sanofi and GSK Protein Sciences (VS, Frankrijk)
- Sorrento (VS)
- University of Queensland and CSL Ltd. (Australïe)
- CureVac (Duitsland)
- Genexine (Korea)
- Symvivo Corporation (Canada)
NB: Verschillende farmaceutische bedrijven hebben nog niet alle stappen in het proces doorlopen.
Het ethisch oordeel over de voorgestelde vaccins kan op verschillende elementen gebaseerd zijn:
- Het al dan niet bestaan van alternatieven voor vaccins die ontwikkeld zijn op basis van cellijnen van geaborteerde foetussen: als er ethisch ontwikkelde vaccins bestaan en als zij verkrijgbaar zijn, moeten deze de voorrang krijgen.
- De mate van afstand, in de tijd maar vooral in de verantwoordelijkheid, tussen de abortus in kwestie en de gevaccineerde patiënt. Zo is de verantwoordelijkheid van de patiënt die gevaccineerd wordt, laag in vergelijking met die van de onderzoeker die deze cellijnen gebruikt en aldus de productie van gelijkaardige cellijnen stimuleert.
- De fasen van het ontwikkelingsproces van het vaccin, waarvoor foetale cellijnen zijn gebruikt. Als het vaccin dat de patiënt krijgt, geproduceerd is op basis van deze foetale cellijnen (fase 2), stimuleert dit de productie van nieuwe foetale cellen. Deze relatie is minder evident wanneer het farmaceutisch bedrijf slechts bepaalde kopieën test van het vaccin op foetale cellen (fase 3).
Over hetzelfde onderwerp, zie Vaccins en cellen afkomstig van geaborteerde foetussen: wat zegt de ethiek?