De staat New York heeft het commercieel draagmoederschap gelegaliseerd in het kader van een budgetprogramma dat besmet is door de coronaviruspandemie. Aangenomen tijdens de covid-19-crisis, "achter de gesloten deuren van een voor het publiek gesloten Capitool", is deze ontwikkeling ernstig, zowel juridisch als moreel. Vanaf februari 2021 kunnen steriele of homoseksuele paren een kind krijgen dat verwekt is door in-vitrofertilisatie en gedragen wordt door een vrouw die betaald wordt voor haar zwangerschap.
Deze toelating van commercieel draagmoederschap is door bepaalde feministische bewegingen sterk aangevochten vanwege de manier waarop het de weg opent voor de uitbuiting van draagmoeders.
Commercieel draagmoederschap houdt in dat de draagmoeder wordt betaald, in tegenstelling tot het zogenaamde "altruïstische" draagmoederschap, dat beperkt is tot een vergoeding. Tot nu toe was alleen dat laatste toegestaan in de staat New York. Betrokken zijn bij een commercieel draagmoederschap was zelfs een strafrechtelijk misdrijf. De straf voor intentieouders kon oplopen tot een boete van maximaal 10.000 dollar.
De nieuwe wet legt nu een aantal voorwaarden op aan het betaald draagmoederschap, waarvan het contract niet mag afwijken. Deze voorwaarden zijn onder andere dat de draagmoeder tussen 21 en 46 jaar oud moet zijn, dat zij een medisch onderzoek heeft ondergaan en dat men haar medische antecedenten heeft geëvalueerd. Zij kan niet de eicel leveren waaruit het kind zal worden verwekt, dus voortplanting voor anderen is nog steeds verboden.
De draagmoeder geniet bepaalde wettelijke rechten, waaronder het recht "de zwangerschap af te breken of voort te zetten of het aantal foetussen of embryo's dat zij draagt te verminderen of te behouden".
De wet rechtvaardigt in een draagmoederschapscontract de mogelijkheid van een vergoeding "in functie van de medische risico's, het lichamelijke ongemak, de nadelen en de verantwoordelijkheden die de donor of de draagmoeder op zich neemt in het kader van hun deelname aan de geassisteerde voortplanting". Er is geen plafond voor financiële compensatie. Het moet "redelijk zijn en ter goeder trouw onderhandeld".
De wettekst bepaalt echter wel dat "de intentieouder(s) het gezag over de kinderen aanvaard(t)(en), onmiddellijk na de geboorte, ongeacht het aantal, het geslacht of de geestelijke of lichamelijke toestand en ongeacht het feit dat de gewenste embryo's door een laboratoriumfout zijn overgebracht, en zonder, in dit voorkomend geval, afbreuk te doen aan de eventuele rechten van een persoon die beweert een hoger ouderlijk belang te hebben op het kind".
Tot op heden is commercieel draagmoederschap enkel toegestaan in Roemenië, Oekraïne, Georgië, Rusland, Israël en enkele staten in de Verenigde Staten (zoals Californië of Connecticut, en nu de staat New York).
Commerciële draagmoederschap roept natuurlijk ernstige ethische vragen op. Inderdaad, accepteren dat een vrouw betaald wordt om haar lichaam ter beschikking te stellen aan anderen in het kader van een contract, is in strijd met de beginselen van de niet-beschikbaarstelling en de niet-verkoopbaarheid van het menselijk lichaam. Inderdaad in de mate dat vrouwen ermee zullen instemmen om een kind te dragen om financiële redenen, wordt in deze wet een nieuwe vorm van onderdrukking vastgelegd, ook al is er sprake van consensus.
Hoe zit het met de plaats van het kind, gereduceerd tot het object van een economische uitwisseling ? De ouder-kind relatie wordt hierdoor diepgaand verstoord. Juist, hoe identificeer je in zo'n geval de ouder(s)? (Trouwens, wie is de ouder? : Is het de intentieouder die het kind koopt of de biologische moeder, of de moeder die het kind draagt en baart ?) Het commercieel draagmoederschap is dus de sterkste illustratie van de economische markt die zich rond de menselijke voortplanting ontwikkelt.
Maar afgezien van deze enkele vragen, impliceert het commercieel draagmoederschap dat alleen de meest gefortuneerden hun toevlucht kunnen nemen tot dit proces. Het lijkt er dus op dat deze wet uiteindelijk slechts in het belang van een kleine categorie van de bevolking wordt aangenomen. In feite is het wetsvoorstel sterk ondersteund door Senator Brad Hoylman, die zelf gebruik heeft gemaakt van het commercieel draagmoederschap in Californië.
Hoewel het lijkt alsof deze legalisatie van het draagmoederschap lovenswaardige filantropische motieven heeft, creëert zij in werkelijkheid ethische, juridische en financiële gevaren voor zowel de draagmoeder als het kind, die beide objecten worden van “het herleiden tot koopwaar” van het menselijk lichaam.