Abortustermijn van 12 naar 14 weken in Frankrijk: schadelijke gevolgen voor vrouwen en artsen

Auteur / Bron : Gepubliceerd op : Thema : Begin van het leven / Abortus Nieuws Temps de lecture : 2 min.

 Afdrukken

Op 23 februari 2022 nam de Franse Assemblée Nationale een wet aan die de termijn voor abortus verlengt van 12 naar 14 weken. Op deze wet was heel wat kritiek, zowel van voorstanders van abortuspreventie als van voorstanders van abortus. Deze kritiek berust op twee argumenten: enerzijds is de verlenging gebaseerd op de foute gedachte dat de huidige termijn de toegang tot abortus op oneerlijke wijze zou beperken; anderzijds dat een termijnverlenging geen oog heeft voor de ernstige gevolgen van voor de vrouwen en voor het medisch personeel.

Het belangrijkste argument van de auteurs en voorstanders van deze nieuwe wet is dat vrouwen die een abortus willen laten uitvoeren na de momenteel toegestane 12 weken, oneerlijk behandeld worden omdat velen naar een buurland met een langere termijn (zoals Nederland) zouden reizen om daar een abortus te laten uitvoeren.

Zo'n oorzakelijk verband tussen de wettelijke termijn voor abortus en het laten uitvoeren van  abortussen in het buitenland, is zeer betwistbaar. Dat blijkt uit de cijfers over vrouwen die in België wonen en in Nederland een abortus hebben ondergaan: terwijl de wettelijke abortustermijnen in Nederland en België niet veranderd zijn (respectievelijk 24 weken en 14 weken), nam het aantal Belgische vrouwen dat naar Nederland reist om een abortus te ondergaan, de voorbije jaren af: 1473 in 2000 en 444 in 2018, volgens de Nederlandse Toetsingscommissie Zwangerschaps-onderbreking (zie IEB Nieuws).

Het verband tussen abortustermijn en het aantal abortussen dat in het buitenland wordt uitgevoerd is dus veel complexer. Daarnaast is er ook de extra psychologische belasting voor vrouwen en artsen als gevolg van de langere termijn. Vanaf 14 weken zwangerschap vereist abortus een meer technische en zwaardere ingreep op de foetus, en dus ook op het lichaam van de vrouw.

Israel Nisand, voormalig voorzitter van het Collège national des gynécologues et obstétriciens de France (CNGOF), en een voorstander van abortus, onderstreepte dit in een interview met Le Monde: "Bij twaalf weken meet een foetus 85 mm van hoofd tot billen. Bij veertien meet hij 120 mm en is het hoofdje geossifieerd. Dit betekent dat de foetus in stukken moet gesneden en het hoofd verbrijzeld moet worden om het uit de baarmoeder te krijgen. Het is dan ook begrijpelijk dat veel artsen het daar moeilijk mee hebben”. Haar opvolgster, Joëlle Belaisch Allart, voegt eraan toe dat " om deze latere abortus uit te voeren, de baarmoederhals moet worden geforceerd, wat betekent dat er later een risico bestaat op vroegtijdige bevalling of late miskraam. Een medicamenteuse abortus is een mini-bevalling, pijnlijk voor de vrouw, dus geen goede oplossing”.

Voorstanders van de nieuwe abortuswet voeren ook aan dat er in sommige delen van Frankrijk een gebrek is aan personeel en ziekenhuizen om een abortus uit te voeren. Deze redenering gaat wat snel door de bocht, maar een verlenging van de termijn zal het gebrek aan personeel en middelen zeker niet opvangen.

De beslissing om de abortuswet verder te liberaliseren gaat duidelijk ten koste van de ondersteuning en begeleiding van de vele vrouwen die voor een ongeplande zwangerschap staan. De Franse organisatie Alliance Vita steunt zwangere vrouwen in moeilijkheden, verstrekt advies over specifieke hulp en rechten voor zwangere vrouwen, informeert over de doeltreffendheid van anticonceptie, staat de vrouwen bij in gezin en beroepsleven, en leidt tenslotte ook gezondheidspersoneel en maatschappelijke werkers op.